VRAAG: Wat zeggen de Islamitische schriftgeleerden over de volgende kwesties:
Wat gebeurt er als een Mu’takif de Finā ul Masjid (de omgeving van de Masjid) betreedt, wat voor effect heeft het op zijn I’tikāf? Wat is de definitie van Finā ul Masjid? Zijn de binnenplaats van de Masjid, de muren, de zijkamers, de Begrafenis/Eid zalen en de klaslokalen, onderdeel van de Finā ul Masjid? Mag een Mu’takif een ghusl verrichten, shampoo en zeep gebruiken? Alstublieft referenties vermelden voor de antwoorden en verkrijg een beloning.
ANTWOORD:
بسم الله الرحمن الرحيم
الحمد لله رب العالمين والصلاة والسلام على سيد المرسلين وعلى اله و اصحابه اجمعين
De I’tikāf van degene die de Finā ul Masjid betreedt, blijft geldig.
Finā ul Masjid
De definitie van Finā ul Masjid (de omgeving van een Masjid) is elke ruimte buiten een Masjid, maar is ermee verbonden en gebruikt wordt voor de behoeften ervan, zoals een schoenenruimte, badkamer enz. Het betreden van deze gebieden maakt de I’tikāf niet ongeldig. Finā ul Masjid heeft dezelfde regelgeving als de Masjid zelf met betrekking tot dergelijke zaken.
(Fatāwā Amjadiyyah, Deel 1, Blz. 399)
Binnenplaats in een Masjid
De binnenplaats van de Masjid en de grens enz. zijn in sommige opzichten hetzelfde als de Masjid; iemand die I’tikāf verricht mag deze gebieden zonder noodzaak betreden en dit zeker toegestaan.
(Al Fatāwā Ar Ridhwiyyah, Deel 16, Blz. 495)
Zijkamers in een Masjid
Zijkamers in een Masjid zijn ook Finā ul Masjid en hebben daarom dezelfde regeling als een Masjid.
(Al Fatāwā Ar Ridhwiyyah, Deel 8, Pagina 95)
Begrafenis-/Eidzalen
Begrafenis-/Eidzalen die aan een Masjid verbonden zijn, worden ook als Finā ul Masjid geclassificeerd en daarom kan iemand die I’tikāf verricht deze ruimtes betreden.
(Radd ul Muhtār, deel 2, blz. 430)
Madrasah in een Masjid
Een Madrasah (religieuze onderwijsinstelling) die zich binnen de grenzen van een Masjid bevindt, wordt ook als Finā ul Masjid geclassificeerd. Dit is wanneer er slechts een muur is die de Masjid en de Madrasah scheidt en er geen pad tussen beide is. Dit maakt deel uit van de Masjid en daarom is het voor iemand die I’tikāf verricht toegestaan deze te betreden.
(Al Fatāwā Ar Ridhwiyyah, Eerste Publicatie, Deel 3 Pagina 474).
Ghusl voor iemand die I’tikāf verricht
Iemand die I’tikāf verricht, mag de Finā ul Masjid binnentreden om ghusl te verrichten, zelfs als het voor hem niet noodzakelijk is om een bad te nemen. Het is toegestaan om shampoo en zeep te gebruiken.
(Bahār e Sharī’at enz.).
Enkele regels met betrekking tot I’tikāf
De definitie van Finā ul Masjid (de omgeving van een Masjid) is elke ruimte buiten een Masjid, maar ermee verbonden is en gebruikt wordt voor de behoeften ervan, zoals een schoenenruimte, badkamer enz. Het betreden van deze gebieden maakt de I’tikāf niet ongeldig. Finā ul Masjid heeft dezelfde regelgeving als het van de Masjid zelf. Het is toegestaan om het Finā ul Masjid te betreden voor het aankondigen van Suhūr. (Tot de grens van de Masjid)
(Fatāwā Amjadiyyah, Deel 1, Blz. 399)
De Geleerden hebben Finā ul Masjid als volgt gedefinieerd,
هو المکان المتصل به ليس بينه و بينه طريق فهو کالمتخذ مصلاة الجنازة اوعيد
“Finā ul Masjid is de plaats die ermee verbonden is zonder dat daartussen een pad is dat hen scheidt. Voorbeelden van Finā ul Masjid zijn de gebieden die zijn aangewezen voor Salāt ul Janāzah (Begrafenisgebed) en ‘Eid Gebed.”
(Radd ul Muhtār, Deel 2, Blz. 430)
Als er een winkel is naast een Masjid en de ruimte behoort de moskee toe, dan mag iemand die I’tikāf verricht op het dak van de winkel lopen.
لأنها کانت من فناء المسجد و لا طريق فاصل بينهما فکيف و قد صارت من المسجد
“Dit komt omdat het Finā ul Masjid is en er geen pad is dat hen beiden scheidt. I’tikāf zal geldig zijn omdat de winkel als onderdeel van de Masjid wordt aangemerkt.” (Het dak van de winkel is 6 vingers lager dan de vloer van de Masjid)
(Al Fatāwā Ar Ridhwiyyah, Deel 16, Pagina 438, Lahore Publication).
Ruimtes behorende bij de Masjid heeft in sommige opzichten dezelfde regelgeving als de Masjid. Een persoon die I’tikāf verricht mag deze [ruimte binnen de grensmuur] zonder noodzaak betreden.
(Al Fatāwā Ar Ridhwiyyah, Deel 16, Blz. 495)
Ruimtes behorende bij de masjid is de Finā ul Masjid en het is niet de daadwerkelijke Masjid.
(Al Fatāwā Ridhwiyyah, Deel 8, Pagina 7)
Een Mu’takif mag zeker komen en gaan, zitten en verblijven in de ruimtes behorende bij de Masjid.
(Al Fatāwā Ar Ridhwiyyah, Deel 8, Pagina 60).
De ruimtes behorende bij de Masjid is onderdeel van de moskee. De Winkels voor de deuren van de moskee die aangesloten zijn aan de Masjid zijn Finā ul Masjid, omdat ze verbonden zijn aan de moskee.
Het staat in Fatāwā Qādhī Khān en Al Fatāwā Al Hindiyyah,
يصح الإقتداء لمن قام علي الدکاکين التي تکون علي باب المسجد متصلة بالمسجد
“Salāh achter de Imām is geldig van de mensen die zich in winkels bevinden die voor de deur van de Masjid bevinden en die met de Masjid verbonden zijn.”
Er staat in Al Fatāwā Ar Ridhwiyyah, Deel 8, Pagina 66, dat Finā ul Masjid elk gebied is dat aan de Masjid vastzit.
De kamers in een Masjid zijn Finā ul Masjid en worden daarom tot de Masjid gerekend. In Al Fatāwā Al-‘Alamgiriyya staat vermeld,
الفناء تبع المسجد فيکون حکمه حکم المسجد کذا في محيط السرخسي.
“De Finā (omgeving) is ondergeschikt aan de Masjid en daarom gelden daarvoor dezelfde regels als voor de eigenlijke Masjid. Dit staat in Al Muhīt van As Sarkhasī.”
(Al Fatāwā Ar Ridhwiyyah, Deel 8, Pagina 95-96).
Met betrekking tot de religieuze instituten die aan de Masjid grenzen, geldt dat het betreden daarvan in wezen het betreden van de Masjid is, wanneer zij zich binnen de grens van de Masjid bevinden en er geen pad tussen ligt. Het onderscheid tussen de Masjid en de Madrasah is in zo’n geval alleen door een muur. Het is toegestaan voor iemand die I’tikāf verricht om zo’n gebied te betreden, omdat het deel uitmaakt van de Masjid.
(Al Fatāwā Ar Ridhwiyyah, eerste uitgave, Deel 3, Pagina 474).
Allah (تعالى) is Alwetend.
Geschreven door Muftī Shamsulhudā (عفى عنه)
Vertaald door Maulana Nazim Qadri