9103 – Hoe moet ik omgaan met bloed in halal vlees?

Leestijd: 3 minuten
A lone tree stands alone in a red field

اَلْحَمْدُ لِلّٰہِ رَبِّ الْعٰلَمِیْنَ وَ الصَّلٰوۃُ وَالسَّلَامُ عَلٰی سَیِّدِ الْمُرْسَلِیْنَ ط

اَمَّا بَعْدُ فَاَعُوْذُ بِاللّٰہِ مِنَ الشَّیْطٰنِ الرَّجِیْمِ ط  بِسْمِ اللہ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْم

Uitleg van Soerah Al-An’aam, Aajah 145 – Een juridisch en theologisch onderzoek

Inleiding:

Het islamitische voedselrecht is een verfijnd onderdeel van de Shari’ah waarin spiritualiteit, reinheid en gehoorzaamheid aan goddelijke richtlijnen samenkomen. Binnen deze context vormt Soerah Al-An’aam, vers 145, een hoeksteen in de bepaling van wat geoorloofd (halal) en verboden (haram) is. Dit vers biedt niet enkel juridische aanwijzingen, maar fungeert ook als ethisch kompas voor de moslimconsument in zijn dagelijks leven.

Om verwarring en misinterpretatie te voorkomen, is het van essentieel belang dat de inhoud van dit vers correct wordt begrepen binnen het kader van de klassieke tafsir-literatuur, fiqh-regels en praktische toepassingen zoals uiteengezet in de Hanafi-school. Dit artikel beoogt met een juridische en theologische benadering een heldere uitleg te verschaffen van deze Aajah, waarbij er bijzondere aandacht is voor de definities van verschillende bloedsoorten, het vleesbegrip in de islam, en de omstandigheden waaronder een tijdelijke dispensatie van haram toegestaan wordt.

Wat hier volgt is een onderbouwde tahqeeq en geen fatwa, bedoeld om kennis te verdiepen en helderheid te verschaffen in het religieus oordeel over bloed en vlees volgens de Qoeraan en fiqh.

Uiteenzetting van Soerah Al-An’aam, Aajah 145:

In Soerah Al-An’aam, vers 145 zegt Allah ﷻ: “Zeg: Ik vind in wat aan mij is geopenbaard niets dat verboden is voor degene die het wil eten, behalve als het een dood dier is, of bloed dat vloeit, of het vlees van een varken, want dat is onrein, of een dier dat geslacht is in naam van iets anders dan Allah. Maar wie gedwongen wordt, zonder opstandigheid of overtreding, voor hem is jouw Rabb zeker Vergevensgezind en Genadevol.”

Dit vers geeft vier categorieën van voedingsmiddelen aan die expliciet haram zijn: het vlees van een dood dier (murdaar), vloeiend bloed (daman masfoehan), varkensvlees, en dieren die geslacht zijn met de naam van iemand anders dan Allah. Elk van deze categorieën wordt beschouwd als nadjis (onrein) en ongeschikt voor consumptie in normale omstandigheden.

Analyse volgens Hanafi fiqh en geleerde bronnen:

Binnen de Hanafi-jurisprudentie en onder geleerden zoals beschreven in werken als Bahar-e-Shari’at en Tafsir Siraat ul-Jinan, wordt er een belangrijk onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van bloed. Vloeiend bloed dat uit het lichaam stroomt, bijvoorbeeld bij het slachten van een dier, wordt beschouwd als haram. Dit bloed is nadjis en het consumeren ervan is religieus verboden. Echter, bloed dat achterblijft in spierweefsel na het halal slachten – het zogenaamde daman mustaqir – wordt niet als haram beschouwd. Dit komt omdat het geen uitstroomt bloed betreft, maar bloedcellen die onderdeel zijn van het vleesweefsel zelf. Eveneens wordt gestold bloed in organen zoals lever of milt – daman mudjamid – als halal beschouwd, mits het niet gepaard gaat met vloeiend bloed.

De rode kleur die soms zichtbaar is in vlees na het koken of bakken, is afkomstig van capillair bloed en bloedcellen in het vlees zelf, en vormt geen religieus bezwaar zolang het dier volgens de Shari’ah op halal wijze is geslacht. Het vlees wordt daarbij als taahir (rein) beschouwd en is toegestaan voor consumptie. Varkensvlees daarentegen is altijd haram, ongeacht de wijze van bereiding of verwerking. Zelfs de huid en bijproducten van het varken worden beschouwd als onrein, wat bevestigd wordt door talrijke fiqh-bronnen.

Noodsituatie en toegestane uitzondering:

In situaties van nood, waarin levensgevaar dreigt en er geen alternatieve voedingsmiddelen beschikbaar zijn, staat de Shari’ah toe om beperkte hoeveelheden haram voedsel te nuttigen. Dit gebeurt echter uitsluitend ter behoud van leven, zonder dat men opzettelijk haram kiest boven halal. De nobele Profeet ﷺ en de overleveringen maken duidelijk dat de vergeving van Allah ﷻ groot is, zolang er geen rebellie of bewuste overtreding plaatsvindt.

Slotbeschouwing:

Tot besluit kunnen we stellen dat het islamitische oordeel over vlees en bloed helder en verfijnd is. Vloeiend bloed is onrein en haram, terwijl het bloed dat in vleesweefsel achterblijft niet als haram wordt beschouwd. Correct geslacht vlees is rein en toegestaan. Deze oordelen zijn diepgeworteld in de Shari’ah en bevestigd door klassieke fiqh-literatuur. Deze uiteenzetting is bedoeld als tahqeeq (onderzoek) en niet als fatwa. Voor persoonlijke vragen en juridische oordelen is het raadzaam een erkende Mufti of fiqh-autoriteit te raadplegen.

والله أعلم بالصواب

وَمَا عَلَيْنَآ إِلَّا ٱلْبَلٰغُ ٱلْمُبِينُ

Al-Abd Sultaan Ahmad al-Qadri غُفِرَ لَهُ

Den Haag, Moeharram al-Haraam 1447/ juli ’25

Delen:
error: Content is protected !!