VRAAG: Wat zeggen de Islamitische schriftgeleerden over de volgende kwestie: op wie is qurbāni (offer) wājib? Ook, is de qurbāni van ‘eid wājib op degenen die reizen voor Hajj?
ANTWOORD:
بسم اللہ الرحمن الرحیم
الجواب بعون الملک الوھاب اللھم ھدایۃ الحق والصواب
Qurbāni is wājib op de persoon die ‘mālik-e-nisāb’ is d.w.z. dat hij 612,35 gram zilver bezit en/of de waarde in geld (volgens de huidige koers (mei 2024) is de waarde van 612,35 gram zilver in Nederland ongeveer €539, – of buiten de basisbehoeften (hājat-e-asliyah) bezit hij eigendommen dat dezelfde waarde heeft bijv. een winkel (met handelswaar) enz.; als een individu een van deze drie soorten rijkdom (612,35 gram zilver, de waarde ervan in geld of een eigendom van dezelfde waarde) bezit tijdens de dagen van het offer, zal qurbāni op hem wājib zijn. Er staat in Bahār-e-Sharī’at,
“De persoon die 612,35 gram zilver bezit, 20 dīnārs of terzijde hājat-e-aslī, hij is in het bezit van zoiets dat 612,35 gram zilver waard is, zo iemand is rijk (ghanī) en qurbāni is wājib op hem. Wat bedoeld wordt met hājat; een plek om te wonen, huishoudelijke artikelen die nodig zijn, een rijtuig, een bediende en kleding om te dragen, alles wat dit te boven gaat is geen hājat”.
[Bahār-e-Sharī’at, Deel 1, Deel 15, pg 333].
De qurbāni van ‘eid is niet wājib op een reiziger, ongeacht of de reis voor hadj of een ander doel is, echter, als een hājī moekim is , dan is het wājib. Bijvoorbeeld, als de inwoners van Makkah hadj zouden verrichten, dan zou de qurbāni van ‘eid op hen wājib zijn, aangezien zij geen reizigers zijn. Net zoals er in Bahār-e-Sharī’at staat,
“Qurbāni is niet wājib op die reizigers die hajj verrichten, maar als zij inwoners zijn dan zal het wājib zijn, zoals het geval is voor degenen die in Makkah wonen, als zij hajj zouden verrichten zou het wājib op hen zijn, aangezien zij geen reizigers zijn”.
[Bahār-e-Sharī’at, Deel 1, Deel 15, pg 333].
واللہ تعالی اعلم ورسولہ اعلم صلی اللہ علیہ وآلہ وسلم
کتبہ ابو الحسن محمد قاسم ضیاء قادری
Beantwoord door Mufti Qasim Zia al-Qadri
Vertaald door Maulana Naziem Qadri